Stichtse Vecht

• Verlaag geen grondwaterstand ten behoeve van de intensieve landbouw en veeteelt
• Verhoog grondwaterstand van veenweiden die geen duurzaam toekomstperspectief meer hebben.
• Verbod op proefboringen voor gaswinning.
• Laat eigenaren, bewoners, woningcorporaties en beheerders niet opdraaien voor de kosten van schade door bodemdaling.
• Maak geld vrij om rechtstreeks kennis bij boeren te vergroten over aangepast grondgebruik.
• Doe onderzoek naar de ontwikkeling van topsurf, drainagesystemen en lichtgewicht ophogingen.
• Stimulering van directe verkoop van streekproducten aan de consument.

ONZE POLDERS

Foto: SP

In het veenweidegebied van Stichtse Vecht is tientallen jaren de waterstand verlaagd. Daardoor droogt het veen uit, krimpt, vergaat (oxideert) en de bodem daalt.  Het land wordt weer drassig, het waterpeil wordt weer verlaagd en het land zakt verder.  Die veenoxidatie (langzame verbranding) geeft zo’n 30 ton CO2-uitstoot per hectare.

Waarom de grondwaterstand verlagen en wat is het gevolg?

Aangejaagd door Europa, door subsidies en supermarkten vergroten boeren de opbrengst per hectare door intensieve veehouderij en grondgebruik. Banken verstrekken leningen om meer vee en zwaardere  machines aan te schaffen. Meer vee vraagt om meer veevoer en hooiland, het zwaardere materieel vereist dat de bovengrond  droog en berijdbaar is, dus is jarenlang de waterstand bij herhaling verlaagd. De gevolgen van de bodemdaling  raken inmiddels ook de bebouwde omgeving waar je niet oneindig tuinen,stoepen en straten kan blijven ophogen zoals in kockengen.

Het gewicht van de ophoging drukt het veen samen, met als gevolg nog meer bodemdaling. De openbare weg, ondergrondse leidingen maar ook woningen, kerken en monumenten kunnen verzakken en schade oplopen.  Die schade kan nergens verhaald worden en is ook niet te verzekeren.

Bodemdaling moet worden afgeremd

Bodemdaling remt af en CO2 uitstoot vermindert als de waterstanden niet verder worden verlaagd en zelfs worden verhoogd, vooral in gebieden waar alleen maar verlaagd wordt in het belang van de intensieve landbouw en veehouderij. De SP wil dat de gemeente in gesprek gaat met de waterschappen om te komen tot een verhoging van het oppervlakte waterpeil want zij bepalen de  waterhoogtes.

De gemeente beslist over vergunningen voor het grondgebruik zoals uitbreidingen van opstallen voor ligboxenstallen. De SP zal niet meewerken aan uitbreiding van de intensieve veeteelt. Minder CO2 uitstoot van het platteland mag overigens niet betekenen dat dan de grote industrie, het verkeer en de luchtvaart buiten onze gemeente meer mag vervuilen.

Mogelijkheden

Boeren die willen innoveren zonder schaalvergroting en waterstandsverlaging naar kringloop landbouw verdienen onze steun. Die steun moet verder gaan dan gedogen van rechtstreekse verkoop van streekproducten, een bordje geitenkaas- en- kersen- te koop, of een paar kampeerplaatsen in de boomgaard. Die steun willen wij echter wel koppelen aan harde prestatieafspraken, bijvoorbeeld aan de toename van de weidevogel populatie.

Onderzoek om de intensieve landbouw te behouden in het veenweidegebied is een achterhoedegevecht. Onderzoek blijft wel nodig naar verschillende soorten drainage, naar de centrale verwerking van baggerspecie tot top-surf, naar zilte en/of natte teelt, naar lichter vee en pixel- farming om kleinschalige landbouw en veehouderij mogelijk te maken.

Wij willen af van het gebruik van landbouwgif,  kunstmest, soja-veevoer en de zware wegtransporten hiervoor. Uiteindelijk zullen ook veenweiden terug worden gegeven aan de natuur.

Stoorzenders

De samenhang met verdroging, wateropslag , circulaire landbouw en nieuwe energiebronnen maakt het niet eenvoudiger om de bodemdaling onder de knie te krijgen. Bestaande goede initiatieven moeten daarom niet worden gehinderd door concerns die andere belangen met ons veenweidegebied hebben zoals de exploitatie van windmolens en zonneweilanden voor eigen gewin. Ook  boringen voor aardwarmte (geothermie) met risico’s voor ons drinkwater of proefboringen naar gas dragen niet bij aan het verminderen van de bodemdaling.